Babywearing T.I.C.K.S.

T.I.C.K.S.

Heb je ooit al gehoord van de Babywearing T.I.C.K.S.?
Dat zijn vijf aandachtspunten voor het veilig dragen van je baby.

T = tight

De T staat voor ‘tight’, ofwel strak of stevig.
De doek of drager moet dus genoeg zitten om de baby goed te ondersteunen en het gewicht goed te verdelen over jouw lichaam. Natuurlijk ook niet té strak, want dat is niet aangenaam.

I = in view at all times

De I van ‘in view at all times’ houdt in dat je je kindje steeds in het oog moet houden.
Zorg er dus voor dat de doek of drager het gezichtje van je baby niet bedekt.
Let er ook op dat je kindje bijvoorbeeld voldoende ademruimte heeft, niet te warm krijgt of niet schuin zakt.

C = close enough to kiss

‘Close enough to kiss’ kan je simpelweg vertalen als ‘dicht genoeg om te kussen’.
Je draagt je kindje dus hoog genoeg zodat je een kusje op zijn of haar hoofdje kan geven zonder je nek te belasten.

K = keep chin off chest

‘Keep chin off chest’ ofwel ‘hou de kin van de borst’ spreekt voor zich.
Zorg ervoor dat het hoofdje van je kindje niet naar beneden zakt waardoor zijn kin om zijn borst ligt. In die houding wordt de luchtweg belemmert, wat uiteraard heel gevaarlijk is.
Om die reden is dragen in de kommahouding dus sterk af te raden.

S = supported back

De S komt van ‘supported back’ of in het Nederlands ‘ondersteunde rug’.
De rug moet dus goed ondersteund zijn zodat je kindje niet doorzakt.
Sommige voorgevormde dragers hebben een verhard rugpand dat niet mooi aansluit tegen de rug van je kindje. Deze zijn dus helaas niet ergonomisch en kunnen vaak niet verhinderen dat je kindje doorzakt.